
MWG Themamiddag
Ik start-up, jij start-upt, wij start-uppen.
Gisteren organiseerde het MWG een themamiddag over start-ups, wat plaatsvond op dé start-up hotspot, B. Amsterdam.
Een middag met presentaties door verschillende start-uppers:
- Quintin Schevernels, auteur van het start-up handboek Suits & Hoodies.
- Daan Bolder van Braingineers, wat onbewust consumentengedrag in kaart brengt
- Floyd Sijmons van het online schoonmaakbedrijf Helpling
- Yvonne Eshuis van het professionals-netwerk Voiila.com
- Chiel Liezenberg. Een old boy die al vele start-ups is begonnen.
De insteek van de themamiddag was: wat kunnen we leren van start-ups? Quintin Schevernels trapte direct af met het statement: ‘corporate of start-up, het maakt niets uit. Het gaat om succes of failure’. Klinkt logisch, maar toch zijn start-ups anders. Dat vinden ze althans zelf.
Wat is een start-up nu eigenlijk?
Eerst maar even in de Van Dale kijken bij het woord start-up: “pas opgericht (internet)bedrijf”. Dat klinkt ietwat oudbollig. Want geef toe, je hebt je vooroordelen: ze zitten allemaal in koffietentjes achter hun laptop macbook. Het heeft een hoog hipster-gehalte. Ze zijn allemaal jong en praten alleen maar in Engelse termen.
Direct wordt duidelijk dat ‘start-up’ niet alleen een typenaam is, maar je bent het ook én het is een werkwoord: je bent start-upper en je bent aan het start-uppen. Of nog mooier: je moet goede dingen door-start-uppen.
Maar Chiel Liezenberg is hierin streng: iedereen noemt zichzelf een start-up. De kapper om de hoek, de administrateur, de automonterur. Maar wat is dan het verschil tussen een zelfstandig ondernemer en een start-up? Liezenberg zei: in mijn ogen is een start-up onlosmakelijk verbonden met tech.
Oke, dus dat weten we nu: een start-up is iets met tech. Kijkend naar de sprekers klopt dat wel: ze hebben allemaal technische innovaties.
Maar wat is dan het verschil tussen een start-up en een innovatie binnen een bedrijf? In beide gevallen wordt er iets ontwikkeld, dus daar zit het verschil niet in. Om hier uit te komen leidde Quintin Schevernels ons door zijn ‘7 essentials of start-ups’ model.
Dromen en doorpakken
Dit model begint bij een droom. Maar niet zomaar een droom. Het moet een droom zijn met ambitie en tegelijkertijd een stip op de horizon. Dat kan de droom zijn van slaafvrije chocolade (Tony Chocolonely), maar ook de droom van een platform om grote bestanden te versturen (WeTransfer) of het niet afhankelijk willen zijn van één planeet (Elon Musk).
De bewandelde paden naar die stip op de horizon liggen bij de sprekers erg uiteen.
Zo vertelde Floyd Sijmons dat hij eerst even heeft gevalideerd of zijn plan haalbaar was, waarna hij zo snel mogelijk funding heeft geregeld (start-uppers hebben het niet over investeerders, maar over funding). En die funding heeft hij zo snel mogelijk uitgegeven, onder het mom: zo snel mogelijk groeien en dan maar kijken wat er blijft hangen. De zaal lacht (uit jaloezie?)
Dat was zijn leergeld, waarna het zaak was om zo snel mogelijk te (her)focussen en proberen het geld terug te verdienen. Of in zijn woorden: switch focus en GO!
Braingineers pakte het wat rustiger aan. Zij zagen in marketingland dat er weinig werd gedaan met het onbewuste consumentengedrag, terwijl dit voor 95% bepalend is in beslissingen van mensen.
Zij hebben verschillende neuro-onderzoekstechnologieën gecombineerd en zijn eerst een onderzoeksbureau gestart. Toen het aansloeg was het zaak om te innoveren en de klantbehoefte in te vullen: er werd een online platform gebouwd. Daarna moet je als start-up opschalen, aldus Daan Bolder, wat voor hen internationaal uitrollen betekent.
Een andere route, maar in essentie hetzelfde: behoefte van de klant in kaart brengen. Focus aanscherpen, uitvoeren en GO.
Yvonne Eshuis van Voiila verkondigde hetzelfde: volg je instinct en wees niet naar binnen gericht. En experimenteer vooral. Pas dan weet je of iets werkt. Maarja, als start-up heb je niet veel te makken. Dus moet je slim zijn. Het motto hierin: launch fast. Niet wachten tot iets perfect is uitgewerkt, maar zo snel mogelijk testen. Als start-up heb je toch geen last van reputatieschade.
In de verhalen van deze sprekers kwamen drie elementen telkens naar voren: focus, mensen & timing.
Open deuren (maar voor velen moeilijk…)
Het moeilijkste van focus is kiezen. Of andersom gezegd, het moeilijkste is het loslaten. In je droom heb je heel veel ideeën. En in die droom zijn al die ideeën fantastisch. Maar uiteindelijk moet je er maar met één doorgaan. Want als je met twee ideeën doorgaat heb je maar 50% aandacht per idee, zo verkondigt Sijmons. Want, zo zegt hij, tijd is je meest waardevolle goed. Ook Eshuis zegt dit: focus is productiviteit VS impact. Ik kan een hele productieve dag hebben, maar als het niets oplevert -geen impact heeft- dan is het een verloren dag.
Nog een open deur: mensen zijn het belangrijkste kapitaal. Liezenberg zette dit goed af tegen het thema: bedrijven kunnen niet innoveren, mensen wel. Dus feitelijk heeft een startup het makkelijk: het begint bij jou. Binnen een bestaande organisatie is dit lastiger: daar ben je afhankelijk van de cultuur. Is er ruimte om te innoveren of wordt je geremd?
Het credo van Sijmons was: motiveer en activeer je mensen juist. En vergeet die fun niet(!) Laat ze niet dom het werk uitvoeren, maar laat ze meebouwen. Dan haal je veel meer uit je mensen. Ook Schevernels noemt dit in zijn essentials: talent om je heen verzamelen is één, maar het goed management is twee.
Yvonne Eshuis sloot trouwens leuk af door -als een eigenwijze start-upper betaamd- nog even tegen het model van Schevernels aan te schoppen: ‘waar is de passie?! Ik mis het onderdeel passie in jouw essentials!’ Quintin lachte en zei: ‘als het goed is zit die passie al in je droom en je ambitie.’
Ook Liezenberg vertelde dat die passie van belang is. Van al zijn start-ups zijn er ook een aantal bewust gestopt. Allereerst om diezelfde reden: als je er geen hart meer voor hebt, moet je ermee stoppen. Ook als er geen behoefte meer is in de markt: stop ermee!
En nog even dit, zei hij: ‘het moeilijkste aan een start-up is het eerste deel van het woord. Starten. Heel veel mensen roepen wel dat ze voor zichzelf willen beginnen, maar er zijn er maar weinig die het echt doen. Als start-up moet je iedere dag tegen een berg op klimmen en dat kost reteveel energie. Dat moet je willen.’
Lefgozers en avonturiers
Is dit dan wat we meenemen uit de middag: start-uppers zijn lefgozers? Avonturiers, waaghalzen, dromers? Voor een deel wel. Ze barsten van de energie, ze zien kansen en nemen risico. Maar hebben vertrouwen. Het begint met niets meer dan een droom en innoveren. Verder is het jij.
Wat is dan de les voor corporate bedrijven? Volgens alle sprekers: zorg dat er ruimte is hiervoor en stimuleer dit. Wees niet bang voor een experiment. Misschien lukt het en anders geeft het je belangrijke insights, en dus straks een beter product. Dus in zekere zin moet je als corporate bedrijf ook lef tonen.
Kortom, een interessante middag. Had het een 1-op-1 koppeling met ons vakgebied? Niet direct, want het ging weinig over marketing en media. Maar deze verhalen zijn wel zeer inspirerend qua werkwijze en mentaliteit. Afsluitend, denk ik dat de 5 tips van Chiel Liezenberg het meest tastbaar zijn:
- Bevraag alles.
- Ga er dan volledig voor.
- Sta voor je plan.
- Verwacht niets…
- … Maar heb vertrouwen.