Valegis Advocaten over de strijd om talent: ‘jonge mensen hebben andere wensen dan vroeger’

In het veranderende landschap van de advocatuur wordt een pittige strijd om talent gevoerd. Hoe trek je als kleiner kantoor jonge advocaten aan? Wat vinden zij belangrijk? En hoe neem je het op tegen de grote spelers op de Zuidas? Carolien Brederije, advocaat en partner bij Valegis Advocaten, vertelt over haar visie en ervaring, het boeien en binden van jong talent en haar definitie van succesvolle groei.

Menselijk kapitaal

Het verhaal van Valegis begon bijna twintig jaar geleden. In die tijd bouwden ze een gevarieerd cliëntenbestand op. Inmiddels werken er zo’n vijftien advocaten en hebben ze vestigingen in Den Haag en Amsterdam. “Voor een ‘klein’ kantoor zijn we internationaal heel actief,” vertelt Carolien. Maar ze wil meer. “Juristen zijn uiteindelijk ook ondernemers die willen groeien. We hebben geen machines of voorraden op de plank liggen; we werken met waardevolle mensen. We willen groeien in ons menselijk kapitaal.”

De waarde van jonge advocaten

Om je cliëntenbestand uit te breiden, moet je een zo breed mogelijke doelgroep bereiken, weet Carolien. Volgens haar is een diverse groep advocaten, ook in leeftijd, daarbij essentieel. “Niet iedereen wil – en ik mag het zeggen – een grijzende vijftiger als advocaat,” lacht ze. “Er zijn tal van jonge start- en scale-ups die zich meer herkennen in iemand van hun eigen generatie. Elke cliënt wil nou eenmaal het gevoel hebben dat ze de juiste match hebben. Het verjongen van ons kantoor helpt daarbij.”

Strijd om talent

De strijd om talent woedt in tal van branches, in de advocatuur is dat niet anders. “De arbeidsmarkt is best overspannen,” merkt Carolien. Daarbij heeft ieder advocatenkantoor te maken met de concurrentie van de Zuidas. “Maar jonge mensen hebben andere wensen dan vroeger. Ze willen een plek waar ze zich prettig voelen. Natuurlijk is een goed salaris belangrijk, maar de onderbuik is vaak doorslaggevend.” Bij Valegis werken ze veel met stagiairs en werkstudenten. “Sommigen van hen werken later ook op de Zuidas, anderen komen juist hierheen.”

Sfeer is essentieel

“Als je jonge advocaten vraagt wat ze willen, dan zeggen zij: persoonlijke groei en ontwikkeling, purpose, een leuk team, een goede werk-privébalans en de mogelijkheid om op afstand te werken,” vertelt Carolien. “De sfeer is essentieel, het werk moet vooral ook leuk zijn.” Volgens haar moet je dat als werkgever kunnen faciliteren. “Wij onderscheiden ons door dezelfde kwaliteit te bieden als kantoren op de Zuidas, met ook de mogelijkheid om internationale cliënten te bedienen, maar dan in de sfeer van een kleinere organisatie. Dat is onze USP.”

Padellen met een stropdas

Sfeer is volgens Carolien een belangrijk onderdeel van groei. Op de LinkedIn-pagina van Valegis kun je een beetje van die sfeer proeven. Zo is bijvoorbeeld te zien hoe een van de medewerkers aan het padellen is. “We vragen onze mensen social-mediaberichten te posten. Maar het is jouw stukje, dus moet het overeenkomen met wie je bent.” Een padelracket is niet het eerste wat je verwacht te zien op de pagina van een advocatenkantoor. “Het zijn net mensen, advocaten,” grapt Carolien. “De posts gaan wel degelijk over iets juridisch, maar zijn ook bedoeld om een sfeerbeeld neer te zetten.”

Voor het eerst echt ‘funnelen’

Na bijna twintig jaar zetten ze bij Valegis voor het eerst een ‘echte’ marketingstrategie in: het bouwen van een zogenaamde salesfunnel. “Het is niet zo dat we nog nooit aan marketing hebben gedaan, vooral ons netwerk is heel belangrijk. Als je iemand zoekt om je tuin op te knappen, vraag je een vriend of ze iemand kennen. Dat werkt bij juridische zaken niet anders. Maar we gaan inderdaad voor het eerst echt ‘funnelen’. Ik ben benieuwd. Over een jaar kan ik je vertellen wat het heeft opgeleverd.”

Geslaagde groei

Groeien doe je met een doel. Maar wanneer is groei geslaagd? “Dat vind ik een hele grote vraag,” geeft Carolien toe. “Ik kijk niet naar hoeveel advocaten we in dienst hebben of hoeveel omzet we draaien. Wel kijk ik naar de groei van ons cliëntenbestand en het vertrouwen dat zij ons geven. En naar de persoonlijke groei van onze medewerkers; in hoeverre zij hun persoonlijke groei bij ons kunnen realiseren. Dat vind ik veel belangrijker dan hoeveel werknemers we in huis hebben.”